Tekst/woord

Funtoosh 
 Film karakters in wording.


Hoi graag wil ik jullie voorstellen aan Badmash-Bahurupi-Baysharram-Bhoot.

Badmash-Bahurupi-Baysharram-Bhoot ofwel afgekort Babababooh . Ik kom uit Funtoosh in mensentaal  foetsie.  En ben 2895 jaar oud. Dit is ongeveer begin dertig in mensen jaren.
Mijn naam betekend lefgozerin-vele gedaanten aannemend-schaamteloos-gekke geest. Deze eigenschappen zijn mij toegekent in mijn eerste 4 levens fasen en sta nu op het punt mijn vijfde in te gaan wat voor gedrachs stoornissen zorgt (Pagalpan-gekte). In mijn charrakh-choo (draaiend water schip) reis ik tussen vele werelden via het water. Af en toe keer ik terug naar Funtoosh mijn ouderlijke wereld. Hier heb ik een Dhaba (straatkraampje) waar je de meest illegale shitoeioeijoei kunt kopen maar dit niet zomaar zichtbaar is. Al mijn verzamelde handelswaar gaat hier naar toe.  Obeah-Jadoo-Fo-Fum (alles wat met tovenarij te maken heeft maar dan van de toekomst en alle zeer zeldzaam en uniek). De Sarangi tikke toem boem is zeer waardevol voor de toekomst en er is veel vraag naar. Ik moet het Sirli-poessie-imo ishora-hukm holda zien te vinden om deze te bemachtigen koste wat kost, om de onderwereld te laten bestaan zodat de balans tussen goed en kwaad blijft bestaan. Dat is mijn missie. Mijn eigen kleur is blauw, als water, als van verandering. Mijn zwakte zijn wortels. Mijn ouders ken ik niet, ik ben als wees opgegroeid en heb het gered met snaaien in het water. Vrienden heb ik geen of toch? Wel kennissen, en compagnons. Ik wordt blij en opgewonden van een goeie meermannen show maar een meermin mag soms ook.... waarna ik maar al te graag door  wordt omringd. Kinderen heb ik niet en vindt ik eng. Ik hou van een feestje en leef graag op het randje. Jaloers ben ik op vogels of wel pakshee, zij kunnen door de lucht van wereld naar wereld zonder schip en water. Ik heb een hekel aan Sushi.  Als ik niet op Funtoosh ben in mijn Dhaba is mijn dubbelganger  Tamasha-Spektakel-Rakshasa-vrouwelijke geest-Rahat;Lacoum- op turksfruit lijkend snoepje- Pranam-buigend onderdanig Ram-Avatar daar om op de boel te letten. Afgekort Tarara. (Rik?)Zij is de enige die ik echt vertrouw al liggen we soms ook in de clinch, ze kan zo zeveren over vrouwen shit dat ik er soms helemaal Pagalpan van wordt wat niet altijd evengoed van pas komt. Mijn wereld gaat voor alles.... Ik droom van een vakantie aan een bounty eiland voor mij alleen, nou ja een paar meermannen............

Graag kennis met u te maken, gegroet  fut-a-fut tata-bata Badmash-Bahurupi-Baysharram-Bhoot ofwel afgekort Babababooh. Tot in een flits.


Ilana-bombombana-vanmanjana-Wauwiehoe. 

Ilana-bombombana-vanmanjana-Wauwiehoe (Ilana de mooie-met prachtige parels-van morgen-ochtend gloren)  komt van de planeet  nagpahiyom (glim) als men haast heeft noemt men haar Ilbombawauw. Op haar planeet staat ze bekent als de vrijheidsstrijdster en ook mooiste inwoonster van Nagpahiyom (Glim). Iedereen houd van haar en vereert haar. Nadeel hiervan is dat ze er soms gek van wordt en wezens moagi sa ( flauwvallen )als ze haar schoonheid zien. Ze straalt, gelukkig heeft ze een paar nagpahiyomlozen om zich heen die ze volledig kan vertrouwen en die ook haar beste vrienden zijn.  (Mutya-mavi-gül-gamanan, Marieke Yaqut-qan-su-quida ,Werner)? Aan de andere kant heb je op haar planeet de Iring Baddi (katachtige slechterikken Anne Sam Joran?) Die alle planeten liever duister zien worden. Ze moet de taak vervullen haar wereld weer helder te maken waarna ze als volwassen bestempeld zal worden haar grootheids dag mag vieren en ook haar wereld moet gaan leiden. Haar ouders worden langzaam zwart hun lichte straal wordt steeds donkerder en het paleis wordt ook steeds meer zwart.  (diamant, spiegel paleis?)  Dit heeft ook zijn uitwerking op haar bevolking, deze wordt ook steeds grijzer en daar draaien ze van door. Ilbombawauw is op zoek naar de Sarangi tikke toem boem om alles weer helder te maken. Ze reist samen met haar companons de planeten af om hem te vinden. Het orakel geeft haar raad?  Haar tegen hangster is Badmash-Bahurupi-Baysharram-Bhoot. (is dat wel zo?)Want zei is ook op zoek naar de Sarangi tikke toem boem.  Het zwakke punt van Ilana-bombombana-vanmanjana-Wauwiehoe is alles wat glimt, dit kan ze niet weerstaan, en verzamelt ze allemaal.  Soms wordt ze hier erg opgewonden van. Ze gaat soms in bath met al deze dingen als ze even de tijd voor zich zelf heeft. 

Djinni - Yozuvchi-Shubha-Xazil

Djinni - Yozuvchi-Shubha-Xazil (Schitzofreen-schrijver-twijfel-humor) of wel Djinxa genoemd. Djinxa is een apparte die overal en nergens vandaan komt. Zijn wereld wordt geschapen naar zijn fantasie, althans voor de buitenwerelden. Ze veranderen van melangcholisch en zwaarmoedig tot luchtig en raar. Op aards niveau is hij eigenlijk een net geen 50er in de midlifecrisis zijnde clownesque figuur waarde broek altijd van op half 1912 hangt, hij denkt deze werelden te creëeren. In zijn hoofd gaat hij naar allerlei werelden waar hij als iemand anders verschijnt als een vrijer en luchtiger persoon. Maar in werkelijkheid reist hij door het hele universum. Hij krijgt dingen door van een onbekende bron die hem soms gek maakt en allerlei dialogen mee aangaat. Zelf denkt hij dat hij deze zelf maakt en dat maakt hem gek maar ook heel wijs. Hij blijkt een doorgeef luik te zijn van Sirli-poessie-imo ishora-hukm zonder dit zelf te weten. Hij lijkt meerdere persoonlijkheden te hebben. Hij zoekt zijn toevlucht in muziek. Via de muziek reist hij. Hij heeft twee linkerhanden en alles wat hij doet lijkt mis te gaan. Hij is een semifallo (eiselganger ). Veel heeft hij niet want in zijn voqelik( fantasie) kan alles. Hij heeft een goed hart. Maar is vooral raar. Op concerten ontmoet hij Badmash-Bahurupi-Baysharram-Bhoot en Ilana-bombombana-vanmanjana-Wauwiehoe. Zij ontdekken zijn krachten. Hij brengt uiteindelijk alles samen. En vindt rust als hij zijn eigen waarheden ontdekt. Zijn olifta lada (fopdoos) is de spil waar hij tot waarheden komt. En brengt de planeten en  iedereen samen tot een wereld. Hij is de link naar Sirli-poessie-imo ishora-hukm holda. De enige die haar Uche Uche kan ontcijferen.


Sirli-poessie-imo ishora-hukm holda

Sirli-poessie-imo ishora-hukm holda (Mysterieus-poezie-gebaar- zonder oordeel). Ookwel Ibu Eboro genaamd. Haar gezicht kent niemand. Soms hoor je haar, maar het is aan jou of je er aandacht aan besteed. Ze kijkt, luistert en absorbeert, alleen zei kent de waarheid en de oplossing. Ze is overal maar ook nergens, er hangt een nevel om haar heen. Als ze Uche Uche (van zich laat horen in je hoofd) spreekt ze louter in methaforen. Als een puzzel die je moet onsleutelen. Voornamelijk Djinni - Yozuvchi-Shubha-Xazil hoort haar. Zij zal een ieder laten zien welke rol hij of zij te vervullen heeft en de werelden samen laten komen via Djinni -Yozuvchi-Shubha-Xazil.

Yaqut-qan-su-quida

Yaqut-qan-su-quida (Robijn-bloed-water-hart) , kan vliegen op een kruik en heeft een mega lange baard en dat is een groot voordeel als hij zijn prachtige borstkas wil bedekken.  Iedere vrouw wil zijn glimmende borstkas strelen. Daarom heeft hij altijd een bezi (poetsdoek) bij om hem weer op te poetsen. Als hij deze kwijt is raakt ie in paniek en komt er stoom uit zijn oren en fluit hij als een fluitketel. Stiekem houd hij van Ilana-bombombana-vanmanjana-Wauwiehoe.  Hij bloost altijd in haar nabijheid. Zijn min punt is zijn coördinatie, die is niet altijd even strak. Funtoosh is zijn grootste angst maar voor zijn lief gaat hij zelfs hier mee naartoe.


Mutya-mavi-gül-gamanan

Mutya-mavi-gül-gamanan (Glanzend-opaal-gloed-witte heks), heeft dingtjes om vanalles te kunnen laten verschijnen, als ze zich tenminste kan herinneren hoe. Ze heeft een zwak voor Djinni -Yozuvchi-Shubha-Xazil. Omdat hij net zo verward is als zij. In eerste instantie kunnen ze absoluut niet samen.  Ze is een romanticus en houd van vissen en schaaldieren.

Iring Baddi

De Iring Baddi.
Zij zijn gewelddadig, Lange nagels en een langestaart zijn hun wapens. Ze verschijnen roven en verdwijnen. Ook zei zijn opzoek naar de Sarangi tikke toem boem. Als iedereen samen werkt om ze te osmoquen zal alles terug in balans komen.

Tamasha- Rakshasa- Rahat;Lacoum- Pranam- Ram-Avatar

Tamasha- Rakshasa- Rahat;Lacoum- Pranam- Ram-Avatar (Spektakel- vrouwelijke geest- op turksfruit lijkend snoepje- buigend onderdanig). De dubbelgangster van Badmash-Bahurupi-Baysharram-Bhoot, maar alleen als het moet. Eigenlijk een hermafrodiet in eigen gedaante. Houdt van verzamelen en neemt alles mee wat los en vast zit. Hier bouwt hij/zij de meest vreemde machines van. Dubbelganger/ster is ze omdat ze zo de juiste essentiele onderdelen krijgt voor haar machines. In de Dhaba doe ik veel connecties en eventueel handelswaar op.


Alle werelden werken appart, ze moeten samen gaan weken om tot een goed einde te komen. Dat is de taak van Sirli-poessie-imo ishora-hukm holda.

 Byen ki fini byen

Eind goed al goed.



Würst

L/  Achtung
B/  ACHTUNG
B/ SHHHHGGGGGGT (klats)
L/  Ih bin hier
B/ WHO BIST DU?
L/ Wilst du aug?  (klats)
N/  So Schön
L/  Denkst du?  (klats)
B/  NUH
L/  Es könte besser sein.
B/  FORNE ODER GEGEN?  (KLATS KLATS)
L? Wass?
B/  ACHTUNG!  (KLATS)
L/  Frau?
B/  WÜRST  (KLATS KLATS)
L/  Um das publiek zum behagen?
B/  WÜRST  (klats)
L/  Gegen seine brute sex  (KLATS)
B/  WÜRST
L/  Und sagen, es war so schön  (KLATS KLATS KLATS KLATS)
B/  SÜCHEN  (KLATS)
B/  KUST!  (KLATS KLATS)
B/  JACH  (KLATS)
B/  AUFGEDRONGEN
B/  WÜRST
L/  Wilst du?
B/  ICH WILL  (KLATS)
B/  WÜRST
L/  Und mit diesem tsoekomst in augenschau
B/  WÜRST
B/  WIR MÖCHTEN ALLE
B/  WÜRST  (KLATS)
B/  KUNST  (KLATS KLATS KLATS DOL)
L/  Fülle ich mich allochtoon  (KLATS KLATS)
B/  WÜRST
L/  In diesem welt
B/  KUNST
 
  



zwoef zij de dag
vergeten dromen van de nacht
grijs
stilte
Wij geven om jou
De dag is voor jou
mee nemen we jou
kleur
een zachte hum
met een lach gaan slapen
al dat grijs weg gegapen.
Ga je mee?


The season of miss Dandelion
It was the end
The end of what?
It felt like a kind of humm
My leaves came out
I was still looking fine
So I decided to pull out my head
and look for someone to be around
So I did my best
And when I did that
Victory was what I found
I felt no more alone in my bed
Satisfied I weaved around
Spreading my seeds to be lost and found
The beginning
Cleaning it up.
Today I was walking through the snow,
it was the first snow of the year.
It was white and o so clean.
so white and o so clean.
Washing the dirt away,                                (but the next day= bestraffende stem)
getting clean again.
Getting white in the light.
So,  So white in the light.
I wanted to take my shoes off,
and my socks went along too,
What else could I do?                                   (but the next day= bestraffende stem)
It was so, so white in the light.
My first feet felt the snow,
and sank slightly below.
With my second feet I touched it slow,
And this one went even more slightly below.   (but the next day= bestraffende stem)
First it felt cold then it got slowly hot.
It was not enough.
so I took off my pants and my jacket and my sweater and then all the rest,
till I was naked, naked in the snow.        (but the next day= bestraffende stem)
I sank down on the ground,
feeling the snow with all my body.
It felt so good, so good, so good.            (but the next day= bestraffende stem)
Washing the dirt away,
getting clean again.
Getting white in the light.
So,  So white in the light.                             (but the next day= bestraffende stem)
Today I was laying in the snow,                                (but the next day= bestraffende stem)
it was the first snow of the year.             (but the next day= bestraffende stem)
It was white and o so clean,                       (but the next day= bestraffende stem)
so white and o so clean.                              (but the next day= bestraffende stem)
I was white and o so clean,                        (but the next day= bestraffende stem)
so white and o so clean.                              (but the next day= bestraffende stem)
So, So white in the light.                              (but the next day= bestraffende stem)
The next day,                                                   (ahhhhhhhhhhh=ziejenouwel stem)
I had an pneumonia.                                     (ahhhhhhhhhhh=ziejenouwel stem)

Eigen geluiden ervaring van vroeger.

Als je geboren wordt zijn je ogen nog niet volledig ontwikkeld en zijn gevoel en geluid het eerste dat je echt ervaart. Later wordt je blikveld verruimd en kun je uiteindelijk zien.

Het eerste wat je je kan herinneren over geluid is dat zodra je iets hoorde, je meteen iets visualiseerde of in de richting keek van het geluid. In het begin is het de stem van mama en papa die de overhand hebben. Die je een vertrouwd beeld of gevoel geven als je hun stem hoort. Wat overigens nu nog steeds zo is.  Het geluid van een dicht slaande deur gaf meteen een beeld, de voetstappen van mama of papa op de trap vertelden je dat ze naar boven kwamen of naar beneden gingen. Geluiden werden steeds vertrouwder, ze vertelden je iets. Geluid leek een hele grote aantrekkingskracht te hebben, maar niet zonder er een beeld bij te vormen want visueel heb je je intussen ook ontwikkeld. Eigenlijk ging je de geluiden automatisch aan een beeld koppelen en uiteindelijk nam je ze gewoon voor lief en stond je er niet meer zo bij stil. Waarschijnlijk om dat ze vertrouwd zijn geworden. Tot het moment dat je met een van je ouders op de bank een boekje zat te lezen voor kinderen over dieren. Je herinnert je nog goed dat moeder of vader het geluid van een koe nabootste, “boeh” en het varken met “knor knor”en de eend zei “kwak”,de kat “miauw” de hond zei “waf”, en de goudvis “blub”. Omdat je jou ouders volledig vertrouwd nam je aan dat dit inderdaad het geluid van een koe, varken, eend, kat, hond of goudvis was. Toch vond je dat vreemd, want als je jouw oor tegen de vissenkom in de huiskamer legde, hoorde je Molly en Bert, de goudvissen, geen “blub”zeggen. Maar omdat je hun bekken wel op en neer zag bewegen moesten ze toch met elkaar praten. Dus nam je aan dat het door het water kwam, dat je ze niet kon horen, en ze daar toch al “bluppend” met elkaar aan het praten waren.  


Op de kinderboerderij deed je een andere ontdekking, namelijk dat de boeh en kwak en knor ook niet helemaal zo klonken als je ouders het hadden voorgedaan. Dat de dieren een eigen geluid maakten dat alleen door hun zo gemaakt kon worden. Mama zei dat de dieren hun eigen taal hebben die wij niet kunnen verstaan, en dus ook niet precies nabootsen zoals de dieren in het echt klinken. Je moest er een bruggetje tussen maken, een associatie maken. Zo leerde je dat alles zijn eigen geluid heeft, zijn eigen taal spreekt, zelfs de niet levende dingen. Een deur die kraakt levert het beeld op van een oude versleten deur, de tweede la van de ladekast klinkt anders als de eerste als je hem opentrekt of dicht schuift.


Geluid kwam van een bron, en die bron kon van alles zijn, mensen dieren en dingen. Het verschil met de dingen was dat er nog iets nodig was om geluid te krijgen. Er moest van buitenaf iets gebeuren om het ding geluid te laten maken.


Vanaf een jaar of twee heb ik de radio ontdekt. Ik zat uren voor de stereotoren met een koptelefoon op om naar al die mooie geluiden te luisteren. De mooiste geluiden kwamen voorbij. Mama leerde mij een liedje zingen en vertelde dat als je verschillende tonen op een mooie manier bij elkaar zet er een muziekstuk ontstaat of een mooi liedje. Vanaf dat moment wilde ik alleen nog maar zingen. Ze vertelde ook dat je een stemming weer kon geven in muziek, je kon een vrolijk melodietje fluiten of een heel treurig liedje ik dacht meteen aan huppelen of huilen of misschien beter pruilen en zag het meteen voor me.  Ik maakte een beeld bij de muziek die ik hoorde.


Onlangs kwam ik tot het besef dat het eigenlijk nooit stil is. Dat je geluid niet uit kunt zetten en dat het altijd aanwezig is. Zelfs als je jezelf in een geluidsdichte ruimte zou opsluiten zou je nog steeds horen. Je eigen geluid dat je maakt. Of zelfs als je niet zou bewegen en je adem in zou houden, zou je nog horen. Je denkt altijd, en als je denkt hoor je je zelf in je hoofd praten. En hoor je dus toch nog iets. Hoe zou dat zitten bij mensen die doof zijn vanaf de geboorte rijst dan de vraag? Maar hier wil ik niet op ingaan.



Sjezende auto’s


Pas geleden was het heel vroeg in de ochtend. Mijn vriend was heel erg vroeg opgestaan om te gaan werken, en ik kon nog een paar uur blijven liggen. Ondanks dat ik heel moe was kon ik iets meer in slaap komen. Mijn slaapkamerraam grenst aan een drukke straat de Kapellerlaan, een verbindingsweg, waar de hele tijd s’nachts en overdag auto’s voorbij sjezen. Ik ergerde me rot. Ik kreeg het gevoel van haast, de een na de ander reed voorbij. Sjoem langzaam opbouwend en weer weg zakkend. Af en aan reden ze voorbij. Het leek wel een nooit ophoudende golving van zachte sjees geluiden. Ze kwamen uit de verte het niets en ebde weer weg in het niets. Waar ze heen gaan weet ik niet. Ik moet me ontspannen en me er niets van aan trekken, ging het maar door mijn hoofd op het ritme van de sjezende auto’s mee. Soms even een hele korte pauze maar dan kwam er weer een, of twee, of drie. Het lijkt wel de zee. Golven die uit het niets de verte aan komen gerold en opkomen en wegzakken. Opkomen en wegzakken, tegen de rand en weer weg zakken. Het bleef maar golven, de zee houd nooit op zelfs niet in het holst van de nacht. De zee is voor mij een ontspannend ritme een eeuwig durend lied. Muziek van de aarde. Ik dommelde in. Waar gaan de golven heen ?


Kinderkopjes


Ooit, lang geleden toen ik even niet meer wist wat ik moest heb ik geleerd op school om kinderkopjes te leggen. Dit is verdomd zwaar werk en duurt echt heel erg lang voor er enige vooruitgang is te zien. Ik heb het maar liefst twee weken professioneel volgehouden om ze te leggen dag in dag uit. Wel had ik een maniertje gevonden om het zware werk wat draaglijker te maken. De kinderkopjes maken namelijk een heel erg mooi geluid bij het aan-hameren. Ik verzon hier ritmes in. Ik pakte de steen legde hem met twee kleine draaitjes in het zand op de juiste plek en hamerde er drie keer op, telkens bij ieder steen op een andere plek waardoor het zelfde ritme bleef maar het geluid iets varieerde. De stenen zijn namelijk niet overal even dik of even groot. Pakken leggen tik tik tik , pakken leggen tik tik tik, pakken leggen tik tik tik. Door dit ritme kwam ik in een soort van zen toestand waardoor het werk als vanzelf ging en het een stuk minder zwaar werd. Tot ik s ’avonds thuis kwam natuurlijk. Dan ging ik dood van de spierpijn.


Diarree


Een weeïg gevoel in je buik. Plots krijg je kramp en trekt je buik zich samen. Je moet een scheet laten maar durft dit niet om dat je bang bent dat dan alles er uit komt. Nog een kramp en gaat snel naar de wc. Daar aangekomen vliegt je broek naar beneden en natuurlijk gaat dit niet zo snel als anders en kun je nog net op het laatste nippertje je billen laten rusten op de wc bril. Je buik rommelt en je sluitspier staat op knappen. De anus zet zich open en alles, alles stroomt er uit. Aan alle kanten knettert het, plonst het, trekt het samen en komt het weer voor even tot rust. Je kunt een moment adem halen, de ranzige lucht inademen. Je buik krijgt weer een kramp, dit keer komt hij sneller en je sluitspier is nog niet tot rust gekomen. Hij wordt met veel druk opengeduwd en weer komt er een knetterende stoom naar buiten, dit keer korter maar voor je anus pijnlijker. Hij brand nu en beetje. Een paar kleine knetters volgen en je sluitspier voelt als hij ademt, zachtjes naar binnen trekt en weer een beetje uitduwt. Je bent je volledig bewust van dat ding. Hij heeft veel te voorduren. Ik moet een diarree lied maken.


Wanneer wordt geluid muziek voor mij? Op dit soort momenten, daar waar je je bewust wordt van het geluid om je heen of dat je maakt. Dat je luistert, dat je voelt.


Het diarree lied klinkt als de omschrijving bovenaan dit hoofdstuk en bestaat louter uit drie woorden, kakofonie, want ik vind dat diarree een kakofonie van poepen is. Sluitspier omdat deze een cruciale rol speelt, en Ah-naal omdat het soms pijn doet en erg knalt. Het stuk bouwt zich op tot een diarree. Ik kan niet tevreden zijn. Wat mij wel fascineert  aan het stuk is een woord, sluitspier. Daar waar hij ademt zachtjes open en dicht gaat, om weer te kunnen ontspannen. Daar ligt het mooiste moment van de diarree de ontspanning van alles at zo juist is geweest. Ik neem de sluitspier apart, zing hem op een tedere wijze en laat het langzaam uitgalmen, maar niet te lang. Hij smeekt om beeld. Ik geef hem beeld. Ik film een ademende sluitspier en monteer deze boven het geluid. Wat kan de sluitspier  eigenlijk mooi zijn. 



Visdraad


Met Camiel gaan vissen. Alle spullen in de koffer. Lekkere dingetjes bij. Naar de grote vijver.

De hele dag aan het water en we hebben ons voor een groot deel te pletter verveeld. Niets gevangen. Misschien maar beter voor die zielige vissen ook. Wel nog even lol met het schepnet, waar je allerlei krioelende dingen mee van de bodem kunt schrapen. En gewaterdrumd. Heerlijk om af te koelen en geluid te maken met water. ( Snap best waarom de vissen niet wilden bijten). Op de terugweg had ik de hengel over de koffer gelegd met de visdraad onder. Deze stond redelijk strak gespannen. Door het lopen veerde de hengel zachtjes heen en weer en ontstond er een zacht vreemdsoortig beetje gelijkend op een hele zachte gitaar achtig geluid uit. Heel mooi en heel subtiel. De meeste mooie geluiden hoor je pas als je echt luistert.


Ballonen pret


Weet je hoeveel verschillende geluiden je uit een ballon kunt krijgen?  113 en toen was mijn fantasie op.


Schelp geluid


De verwondering sloeg toe, ik heb een reusachtige schelp van mijn reizende tante gekregen.

Mama zegt dat als ik hem tegen mijn oor houd ik de zee kan horen. Ik zet de schelp over mijn oor en luister, ja ik hoor een zacht gesuis! Mama? Hoe kan het dat de zee in de schelp zit? Omdat de schelp uit de zee komt en een herinnering eraan heeft mee genomen zegt ze. Maar dat is eigenlijk niet helemaal waar, wat je hoort is namelijk het stromen van je eigen bloed door je lichaam. Hoe kan dat vraag ik? Wat de schelp eigenlijk doet zegt mama, is als een soort van klankkast werken. Met het trommelvlies in je oor vang je geluiden op, doordat deze gaat trillen. Maar werkt dus zo ook andersom en worden de geluiden van in je lichaam versterkt door dat je de schelp op je oor zet deze vangt de trilling op en stuurt ze weer terug naar je trommelvlies en zo hoor je je eigen bloed stromen, heel zachtjes, en dat lijkt op de zee.

Ik besluit dat ik het verhaal van de herinnering aan de zee veel mooier vind. Ik zet de schelp weer over mijn oor, en verbeeld me dat ik een schelp ben die diep op de bodem van de zee ligt.

Ik voel mij een schelp;


Schlp schlp schlp,

Rrrrrrt           rrrrrrt rrrrrrt,

Swoefff swoeff          swoef’.


Bllllp blllp bllp,

Klkkk klkk    klk,

Woeiiii           woeiii woeii.


Psssst psst pst,

Klp!

Aaaaaaaaaaahhhhhh.


Veel later op school krijgen we een opdracht om ons in iets naar eigen keuze in te leven en daar iets over te schrijven. Ik leverde het bovenstaande stukje in en kreeg het commentaar dat ik geen “spreektaal” of “klanktaal” in mijn schrijven mocht gebruiken? Ik had me helemaal ingeleefd in een schelp zijn omdat ik dat toen zo mooi vond. Dit waren de bijbehorende geluiden en het gevoel van ik als schelp in de zee. De geluiden riepen bij mij een gevoel op, een gevoel van ik als schelp diep in de zee, welke taal heeft een schelp? Ik kon alleen de geluiden inbeelden, en zo een gevoel op roepen. Ik moest de opdracht opnieuw doen. Dit kwam er uit al vond ik de eerste versie zelf veel beter;


Schelp.


Mijn skelet.

Hard als kalk, want daar ben ik van gemaakt.

Huis voor mijn weke lichaam.

Rol ik bij de diepte vandaan.


Schlp schlp schlp

Laat ik het water rollen over mijn tong

Bllllp blllp bllp

Pers ik het water weer naar buiten.


Ik zuiver om mij heen.

Algen weiger ik geen een.

De zee is mijn leven

Aan mij gegeven.


Swoefff schwoeff schwoef

Trekt de zee langs mij weg.

Woeiiiii woeiii woeii

Gaat de wind langs mij heen.


Langzaam droogt mijn weke lichaam in de zon.

Een meisje tilt mij op.

En neemt wat overgebleven is als herinnering mee.

Ver weg van mijn dierbare zee.


Ik vind dat je soms met geluid meer kunt zeggen als met woorden, geluiden vertellen je iets, wakkeren een gevoel aan, voor mij tenminste. Geluid communiceert. Nadeel is wel dat niet iedereen geluid het zelfde ervaart, voor de een is iets ruis terwijl een ander gek is op dat geluid. Je kunt nu denken aan Cage, die de vraag stelde of eigenlijk stelde hij voornamelijk vragen; Wat is muzikaler? Een truck die een fabriek voorbij rijd of een truck die een muziekschool voorbij rijd?

Het gaat om eigen interpretatie, of is het interpretatie die je aan geleerd krijgt? Ik kan mij namelijk nog goed herinneren dat mijn mama soms zei wat een herrie, loop eens rustig van de trap af! Of de leraar riep hou daar mee op wat een verschrikkelijk geluid als je expres met je nagels over het school bord ging als je de buurt had iets op te schrijven. Vroeger zat ik op blokfluit les, iedere dag moest ik oefenen. Op een dag was ik het liedje dat ik moest oefenen zo vals mogelijk aan het spelen, mijn mama zei dat het heel slecht voor mijn blokfluit was en het ook echt heel erg verschrikkelijk klonk. Ik vond het een hele verbetering van het liedje, dat was zo verschrikkelijk saai! En zo niet meer.  Ik vond dat als je het hele lied zo vals mogelijk speelde het weer mooi werd en dat het misschien zelfs wel zo hoorde. Een valse noot in een stuk klopt niet, zeggen ze, maar klopt het nog steeds niet als alles vals is? Wie bepaalt dat eigenlijk?


De blues


Bij mij in de straat staat op de hoek een hele oude vlaggenmast. Deze staat er al zo lang als ik mij kan heugen. Hij is zeker een meter of 5 hoog, misschien wel hoger. Zijn mast is her en der een beetje verweerd door het weer. De vlag is van kleur vervaagd door de zon. Maar hij staat nog steeds fier omhoog. Langzaam zwiept hij een beetje op en neer daarbij hoor je soms een licht kraakachtige piep en het zachte geflapper van de vlag. Zachtjes zingt hij met de wind mee. Gisteren stormde het waanzinnig, de wind kwam van alle kanten. De regen liet zich nog niet zien. Het was laat in de avond en ik ging toch nog even naar buiten voor een frisse neus in de wind, ik vind het heerlijk om net voor het slapen gaan nog even in de buitenlucht te zijn. Mijn haar ging alle kanten op in de wind, soms kwam hij van achteren en duwde hij me sneller vooruit dan kwam hij van voren en moest ik mij schrap zetten. Ik kwam steeds dichte bij de hoek van de straat waar de vlaggenmast staat. Zijn gezwoeg in de wind kwam mij tegemoet,  hij kreunde en hij steunde, hij piepte en kraakte, de vlag flapperde op zijn hardst. Hij zong op het ritme van de wind, liet mij voelen hoe zwaar hij het had, hij zong de blues voor mij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten